Op gevoel
Drie keer is scheepsrecht en oefening baart kunst. Dus deze winter doe ik voor de derde keer een experiment met mezelf. De centrale vraag in het experiment komt ongeveer neer op: “kan ik naast mijn coschappen ook nog wielrenster zijn?”. De afgelopen twee jaar lukte dat met vlagen wel en niet en ontdekte ik al een aantal belangrijke do’s en don’ts. Ik ben er inmiddels achter dat zoiets als een vast regime of een vaste truc niet bestaat en dat ik eigenlijk elk coschap opnieuw aan het experiment kon beginnen. Ik besloot dan ook om het grote experiment 3.0 onder te verdelen in sub-experimenten.
Als eerste sub-experiment trainde ik de hele maand november ‘old-school’ op gevoel. Geen hartslagmeter om me te vertellen hoe zwaar mijn lijf de training vond en geen wattage meter die me vertelde of ik wel voldoende watts trapte. Enkel tijd, snelheid en afstand stonden op het scherm van mijn Garmin.
Rust.
Nu ik me niet meer druk kon maken over wat mijn meters van mijn training vonden, merkte ik ineens dat ik mezelf ook niet meer druk maakte om die getallen in mijn scherm. Waar ik normaal zenuwachtig werd als mijn hartslag tegen de rand van mijn vooraf vastgestelde zone kwam, en daardoor dus nog hoger werd, reed ik nu mijn trainingen op gevoel. Zonder dat ik enig idee had of mijn hartslag wel in de goede zone zat en of ik wel genoeg, of juist niet te veel watts trapte. En dat gaf een heerlijk rustig gevoel. Gewoon weer luisteren naar het gevoel in mijn benen. Als ik dan toch af en toe eens naar beneden keek werd ik nog positief verrast ook. Mijn rustige duurtrainingen reed ik harder dan ooit. Blijkbaar heeft (onbewuste) stress dus toch invloed op hoe hard je kunt fietsen.
Voor december is dan ook het doel: zonder stress en mét meters hard leren fietsen.