Alles is relatief
5 April. Vandaag is de ronde van Vlaanderen. Vandaag is ook de ronde van Oploo. Vandaag is een belangrijke wielerdag. Want Oploo is het mooiste criterium van Nederland.
Waarom ik dit eigenlijk vind weet ik niet. Misschien omdat het parcours me goed ligt. Misschien omdat ik hier op een of andere manier altijd wel goed rijd. Zo ook vandaag. Vanaf de start kon ik vrij makkelijk meerijden in het peloton, m’n benen voelden echt goed. Mooi, want hier wil ik graag een leuke uitslag neerzetten.
Met mij dacht echter nog ongeveer 85% van het peloton dat het een goed idee was om voorin te rijden. Dit resulteerde in een behoorlijk chaotische koers met nogal wat valpartijen. Een van de valpartijen gebeurde vlak voor me. In eerste instantie leek ontwijken goed te lukken. Toen stak de gevallen dame haar been omhoog. In mijn been. Dat is dus een ideaal afzet punt voor een koprol. Ik landde gelukkig in het gras en kon vrij snel weer doorrijden. Beetje jammer alleen dat het peloton al weg was. En dat gat krijg je dus in je eentje niet meer dicht. Balen. Hiervoor was ik niet naar hier gekomen. Maar ik ben er nu toch, dus dan maar wachten en in de buik van het peloton nog maar wat snelheid meepakken.
In eerste instantie zat ik vooral te balen op de fiets. Balen dat ik door zo’n ongelukkig valpartijtje mijn kansen hier verkijk. Mijn benen waren nog wel zo goed. Eenmaal terug in het peloton worden we vrij snel weer opgeschrikt door een valpartij. Alweer. Deze keer ging het wel echt hard. De volgende ronde ligt ze er nog, in een houding waar ik spontaan een beetje misselijk van word. Weer een ronde later wordt de koers geneutraliseerd. Het is duidelijk dat er een ambulance moet komen en dat we hier niet langs kunnen blijven razen. Op dat moment realiseer ik me iets heel belangrijks: Waarom zit ik hier nu zo te balen? Het meisje dat daar op de grond ligt, voor het zelfde geld was ik dat geweest. Natuurlijk moet je als sporter niet zo denken. Maar het is wel zo. Oké, het is jammer dat ik gevallen ben, maar ik kon meteen weer verder fietsen. Zij ligt daar nog wel even. En ik gok dat ze de komende weken nog niet zo veel zal fietsen. Mijn baal-humeur wordt meteen weer in perspectief geplaatst. Goed het is jammer dat ik gevallen ben. Maar mijn benen zijn nog goed, ik heb verder geen letsel. Morgen weer een kans.
De conclusie van vandaag: alles is relatief. Morgen ga ik weer optimaal proberen te genieten, want starten in een grote UCI-koers, blijft toch wel een beetje speciaal. En mijn benen? Die voelen nog steeds goed…