Groepsdruk
Traditioneel startte mijn wegseizoen afgelopen zaterdag in Strijen, de openingsklassieker voor het Nederlandse damespeloton zonder contract. Een haat-liefde verhouding is misschien wel de best passende omschrijving van mijn gevoel bij deze bizarre koers. Ik reed er al in ongeveer alle weersomstandigheden die je je kunt voorstellen, kwam er al diep teleurgesteld maar ook dolgelukkig van thuis en heb al meermaals gezworen er nooit meer te zullen starten. Toch stond ik er weer, met datzelfde onbestemde gevoel als altijd. Want in Strijen weet je nooit wat het wordt, behalve dan dat het proces voor de start een complete chaos zal zijn. Zo traditioneel als dat het seizoen hier start, zo traditioneel is de chaos vooraf.
Het is een minuut of 40 voor de start van onze koers. Groepjes rensters rijden op en neer in de finishstraat. Er wordt gekeken, steeds naar dezelfde plek: de parkeerplaats met de fuik en het bord waar we moeten tekenen. Er staat nog niemand, nog maar een keer op en neer dan. Nog eens kijken: ja er staan mensen. De eerste sprint van de dag wordt gereden: het hele peloton snelt naar het hek, voor de fuik. Zenuwslopende minuten kruipen voorbij. Er wordt nog wat sociaal gepraat, maar ondertussen is de stress te voelen. Niemand haalt haar ogen van het hek af. Want zodra dat het hek verplaatst, wordt de tweede sprint van de dag verreden: die van de hekken naar het bord om te tekenen. Eenmaal opgepropt voor het bord maken we traditioneel ruzie met de meneer van de KNWU. De meneer die maar blijft roepen “even wachten, blijven staan” en ondertussen zijn bord weer een meter naar achter schuift terwijl wij ons nog eens anderhalve meter naar voren duwen. Uiteindelijk lijken we het te begrijpen en blijven we staan, om de beurt mogen we tekenen en stellen we ons op voor het volgende hek.
Het is 20 minuten voor de start. De eerste stress is er af, we hebben getekend en staan voor de volgende rij hekken. De volgende 10 minuten lijken wel 3 kwartier. Er wordt weer wat gekletst, wat geduwd en vooral goed naar de hekken voor ons gekeken. Wat is de beste route om het hek, hoe kom ik zo snel mogelijk naar voren? Uit het niets is er beweging gekomen in het peloton. Stress. Om de hekken heen. Om de ouders die er nog stonden, tussen de jury en de auto door. Naar de streep. Remmen. Wringen. Oké, ik sta. Op rij 3 nog wel. Daar had ik vooraf voor getekend. Nu kunnen we dan eindelijk echt gaan starten.
3 minuten voor de start. Omroep van de jury: “Er is geen geneutraliseerde start”. Great. Kan er ook nog wel bij. De rensters van de eerste rij hebben zich al handig onder het gespannen lint door gewurmd. Een moeder is zo slim om het lint vast van het hek los te knopen en houdt het hoog. Aan de andere kant van de weg staat weer een meneer van de KNWU, met het lint in zijn hand. Laten we hopen dat hij het snapt en het lint ook omhoog trekt.
0,5 minuut voor de start. De meneer van de KNWU gaat met het lint aan de wandel, naar de overkant. Hij lijkt wel op een missie, maar dat zijn wij ook. Er wordt van alles geroepen, maar wij horen het niet meer. We zijn al gestart. We weten te starten zonder de KNWU meneer omver te rijden en komen zowaar ook nog zonder valpartijen de eerste bocht door.
Het is eindelijk koers.
De stress is eraf. De volgende koers kunnen we gelukkig weer normaal starten.