Practise what you preach
Op de laatste dag van januari lukt het me nog net om een begin te maken aan een van mijn goede voornemens. Na een drukke coschap tijd de afgelopen maanden lukte het me niet zo goed om ondertussen ook nog blogjes te schrijven, niet hier en niet voor TORQ. Jammer vond ik dat, maar ik wist gewoon even niet meer hoe ik het allemaal tegelijk geregeld kreeg.
Gelukkig lijkt de deadlinestress onder controle en wist ik tijd te maken om in ieder geval een blogje voor TORQ te produceren. En nu ik die blog opgestuurd had dacht ik: waarom ook niet, ga even door en maak wat van je goede voornemen. Ik heb namelijk permanent het goede voornemen om op een gestructureerde manier wat blogjes te produceren hier. De aanhouder wint, dus ik heb mezelf een trapje onder de kont gegeven en besloten het nu maar gewoon te doen. Geen excuses, gewoon schrijven.
De blog die ik zojuist naar TORQ verzond gaat over voeding en herstel. In mijn eerste blog over voeding en herstel gaf ik als belangrijkste basis tip: zorg dat je ‘normale’ voedingspatroon op orde is. Stiekem is dat ook een grote hint naar mezelf. Want met die drukke coschap dagen was dat normale voedingspatroon een beetje zoek. Niet alleen zorgen de onregelmatige diensten ervoor dat mijn eetpatroon gemiddeld 3x per week verschuift, zelf lette ik er ook niet meer zo op. Ja dat wat ik meenam om te eten was wel prima, maar dat eten dan ook nog op een normaal tijdstip opeten, dat bleek best wel ingewikkeld.
Op drukke dagen ben ik soms per ongeluk 3 uur verder met een zieke patient en vergeet ik in tussentijd gewoon dat ik eigenlijk al honger had voordat ik daar naar binnen liep. Daarnaast zijn er nog de ‘oh eerst nog even dit voordat ik ga eten’ momenten. En als je daar eenmaal aan begint, dan ben je ook zo weer een uurtje verder. Vandaar mijn goede voornemen: in het ziekenhuis eten volgens een normaal dagritme.
Ik kwam er achter dat er twee soorten dagen zijn. Er zijn dagen waarop je er echt niks aan kan doen. Dan ben ik beste vrienden met de grote zakken in mijn witte jas, want daar zit altijd een reepje in om er voor te zorgen dat ik toch iets kan eten. En er zijn dagen dat je best ook voor jezelf kunt zorgen. Met een beetje bewuste aandacht blijkt het helemaal niet zo moeilijk om gewoon op een semi-normaal tijdstip je lunch of avondeten op te eten. En zo waar, met een eetpatroon met een ritme gaan ook de trainingen op de fiets weer beter. De les uit het sub experiment van januari is dan ook: practise what you preach en eet!