Het kan
Het is inmiddels eind oktober en het is hoog tijd voor een update, want oktober is bedoeld voor evaluaties en nieuwe plannen. Zo ook dit jaar, maar dan een beetje anders. Niet alleen was afgelopen wegseizoen mijn beste seizoen ooit, het was ook mijn laatste jaar als coassistent. Sinds 1 oktober mag ik mijzelf namelijk dokter noemen. OMG, ja echt. Dat betekent ook dat mijn experiment is afgelopen en dat ik voor mezelf kan concluderen: het kan. Ik denk dat het prima mogelijk is om te koersen als coassistent. Het ging met vallen en opstaan, maar zoals bijna altijd gold ook hier: de aanhouder wint. Van finaal gelost worden tot mee sprinten in de top 10, ik deed het allemaal. In het begin vooral dat eerste, de laatste maanden meer dat tweede. Hoe het precies kan dat het dit jaar ineens wel lukte weet ik niet zo goed, maar sinds ik onderstaande regels volg gaat het wel iets makkelijker.
1. Vergeet je schema
Een strak gepland trainingsschema is handig als je weinig tijd hebt, want specifiek trainen maakt je sowieso beter. Maar met een ziekenhuisleven kun je die schema’s misschien beter als suggestie of richtlijn beschouwen. Het duurde ongeveer 2 jaar, maar nu durf steeds beter na een drukke dag te zeggen: vandaag maar even niet. Want, wat blijkt? Na een dag rondrennen in het ziekenhuis, al dan niet met of zonder eten, zijn mijn benen over het algemeen niet meer helemaal in staat tot een fantastische training.
2. Gebruik je reistijd
Reizen naar het ziekenhuis moet toch, dus dan kan je die tijd beter nuttig gebruiken. Ofwel door op de fiets te reizen; dan heb je meteen wat gratis trainingsuren te pakken. Ofwel door je treintijd nuttig te gebruiken; dit is de ideale plek om met je coschap buddies te ontbijten (scheelt weer een kwartiertje in de ochtend), of om een beetje bij te slapen.
3. Heb altijd eten bij je
Je weet nooit wat er gebeurt op een dag, dus zorg dat je altijd minimaal 1 reep of ander draagbaar voedsel in je witte jas hebt verstopt. Dan kun je in ieder geval nog even door zonder sterretjes te zien als de hel los breekt. Maar, verkoop nooit je ziel aan de koekjes, pepernoten of snoepjes die op elke verpleegafdeling te vinden zijn. Zodra je daar aan begint is het einde zoek en is de weg terug naar een enigszins gestructureerd eetpatroon weer een uitdaging erbij.
4. Gebruik je sport
Er zijn altijd dokters of andere begeleiders die het hartstikke leuk vinden dat je sport. Dus vind deze mensen en gebruik hun enthousiasme. Als je het handig aanpakt krijg je net wat meer voor elkaar en kun je misschien wel vrij krijgen voor die ene wedstrijd. Zo kreeg ik het voor elkaar dat mijn begeleiders het geen probleem vonden dat ik tijdens mijn onderzoek een weekje in Portugal was voor het WK studenten. Ideaal.
5. Hou vol
Uiteindelijk, ooit, komt het een keer goed. Al lijkt het soms totaal hopeloos, als je maar lang genoeg volhoudt dan betalen al die investeringen zich ooit een keer uit.
En nu die investeringen zich beginnen uit te betalen, ben ik langzaamaan al begonnen met een nieuw experiment. Want ik ben nog niet klaar op de fiets. Als het met de beperkte middelen van een coassistent, dan moet het als dokter vast ook lukken om wielrenster te zijn. Tenminste, dat denk ik. Of dat het ook daadwerkelijk gaat lukken? Ik hou je op de hoogte.